De distilleerderij is opgericht in 1798 door een zekere Thomas Simpson. Zo'n 30 jaar later werd de distilleerderij verkocht aan Ingram, Lamb & Co. die tussen 1827 en 1834 de distilleerderij bezat. Na diverse overnames werd Glen Garioch in 1970 gekocht door Stanley P. Morrison Ltd. die in elke whiskyregio in Schotland een representatieve distilleerderij wilde hebben. Drie jaar na de overname werd de distilleerderij grondig verbouwd, waarbij o.a. een still werd bijgeplaatst. In 1982 werden de stills omgebouwd en met gas gestookt. In 1987 werd de naam Stanley P. Morrison Ltd veranderd in Morrison Bowmore Distillers Ltd. en in 1994 werd het bedrijf voor 100% onderdeel van de Japanse distillateur Suntory Ltd. Men besloot in 1996 om Glen Garioch te sluiten en te verkopen. Deze verkoop mislukte maar de vraag naar malt nam weer toe. De distilleerderij werd in 1997 weer heropend en de Glen Garioch malt is internationaal weer leverbaar. Als men op de Distillery Road rijdt, zijn de wash still en de twee spirit stills door de vier boogramen goed te zien. Ze worden alle met stoom verhit. De acht washbacks zijn van roestvrij staal. Voor de rijping van de malt gebruikt men zowel bourbon als sherry vaten en refill vaten. Tot aan de sluiting in 1996 produceerde men zelf mout op eigen moutvloeren. De groenmout werd vier uur gedroogd met turf, dat werd gestoken in de buurt op het Pitligo Moss, daarna werd de mout nagedroogd met gras. Het brouwwater en ook het koelwater voor de condensors komt van de bronnen en stroompjes van de nabijgelegen Percock Hill. De Garioch-vallei is heel vruchtbaar en de ideale plek voor een distilleerderij met een rijke voorraad gerst. De whisky heeft een unieke Highland-huisstijl van honing, heide en een lichte kruidigheid.