“Glen” komt uit het Gaelic en betekent “dal of vallei”. Moray is de naam van de omgeving. Het gebied van “The o’ Moray” stond destijds al bekend om de goede kwaliteit gerst, door het bijzondere klimaat in dit gebied (veertig dagen langer zomer dan elders in Schotland). In 1815 bouwde men op de plek waar de distilleerderij nu staat een bierbrouwerij. In 1897 werd de brouwerij omgebouwd tot een distilleerderij door Glen Moray Glenlivet Distillery Co Ltd. In 1910 werd de distilleerderij alweer gesloten. In de moeilijke jaren voor de gedistilleerd industrie tot 1923 is de distilleerderij regelmatig gesloten en weer geopend. In 1923 kochten de eigenaren van Glenmorangie alles op en werd de productie weer opgestart door de toenmalige manager van de Glenmorangie distilleerderij. In 1958 werd de distilleerderij verbouwd. Het aantal stills werd verdubbeld en de moutvloeren werden door een saladinbox vervangen. Deze saladinbox werd in 1977 weer verwijderd. In de distilleerderij van Glen Moray staan nu twee wash stills en twee spirit still, die met stoom verwarmd worden. Voor de gisting staan er vijf washbacks (roestvrijstaal). In het warehouse liggen gemiddeld zo’n 50.000 ex-bourbon en refill sherryvaten waar de whisky in ligt te rijpen. Men gebruikt hoofdzakelijk bourbonvaten, die van de Makers Mark en Heaven Hill distilleerderij gekocht worden. Het brouwwater komt vanzelf uit de rivier de Lossie, die zijn oorsprong heeft uit verschillende stroompjes, afkomstig van de zuidelijk gelegen Mannoch Hills. Het koelwater voor de condensors komt voor een deel uit de Lossie rivier en uit een geboord gat in de grond waaruit grondwater gepompt wordt.